De volgende projecten zijn onafhankelijk van elkaar ontstaan en uitgevoerd. Voor de realisering ervan is in de meeste gevallen een beroep gedaan op het (Rijks) Instituut voor Onderzoek van het Openbaar Lichaam. Het Instituut helpt vaak direct bij de uitvoering van projecten. Ook worden er afbeeldingen ter beschikking gesteld, fondsen gegenereerd en data opgeslagen.
Rich Amsterdam
Rich Amsterdam is een ode aan diversiteit en variatie bij mensen in het algemeen en aan die van de Amsterdamse bevolking in het bijzonder. Voor Rich Amsterdam wordt gebruik gemaakt van het boek 180 Amsterdammers.
180 Amsterdammers, door Ahmed Larouz en Chantal Suissa-Runne, met co-auteurs Eberhard van der Laan, Michiel van Nieuwkerk, Story Supply en Russell Shorto, voor project 180 amsterdammers, uitgeverij Lannoo, december 2016, 1e druk, EAN 9789401442176, 24,7x17,7x4,2cm, 480 pagina's.Dit boek is onderdeel van het gelijknamige project, waarbij 180 buitenlanders van verschillende nationaliteiten zijn geïnterviewd en geportretteerd.
Russell Shorto zegt in een column in het boek: “Maar waar de diversiteit van Amsterdam zich onderscheidt, is hoe ver ze teruggaat in het verleden. Het is misschien overdreven om te beweren dat Amsterdam het fenomeen diversiteit heeft uitgevonden, maar vast staat dat de groei van Amsterdam en de bloei van de stad tijdens de Gouden Eeuw juist alles te maken had met zijn diversiteit. Het is in ieder geval niet overdreven om te stellen dat Amsterdam, als smeltkroes van Europa in de zestiende en zeventiende eeuw, een blauwdruk vormde voor het moderne stadsleven.”
In het voorwoord van dit boek zegt de toenmalige burgemeester van Amsterdam Mr. Eberhard van der Laan onder meer het volgende: "Die openheid en tolerantie hebben Amsterdam verrijkt. Letterlijk en figuurlijk. Door handelscontacten met andere culturen en landen ontstond er ruimte voor creativiteit en innovatie en werd de stad een vrijplaats. Dit boek gunt u, de lezer, een blik door de ogen van deze Amsterdammers op onze stad. Het vertelt hun persoonlijke verhalen over liefde en vriendschap, vreugde en verdriet, voorspoed en tegenslag, verbazing en verwondering. Dit boek is onderdeel van een groter geheel, het project 180 Amsterdammers, een idee van een aantal van de joodse en islamitische deelnemers aan de ambtswoninggesprekken na de laatste Gaza-oorlog. Zij maakten zich zorgen over polarisatie en negativiteit die hun gemeenschappen overspoelde, onder meer op sociale media. Als tegenreactie besloten zij aandacht te schenken aan de positieve kracht van diversiteit en persoonlijke verhalen. binnen en buiten hun eigen gemeenschappen. Met als doel: de schoonheid en rijkdom van hun gevarieerde stad door de ogen van haar inwoners te tonen, deze te koesteren, wereldkundig te maken en daarvan te leren."
8 Jaar later, in 2024, herhaalt Femke Halsema als de 'nieuwe' burgemeester van Amsterdam ongeveer dezelfde bewoordingen over integratie en diversiteit in haar open brief aan alle Amsterdammers. Vanwege een nieuwe Gaza-oorlog en vergelijkbare zorgen na rellen en onlusten in de stad bij en na het bezoek van Israelische voetbalsupporters. Temeer daar op nationaal niveau de tegenstellingen juist worden uitvergroot en op scherp gezet.
Verschillende delen van de afbeeldingen van de 180 geportretteerde buitenlandse mensen worden gebruikt voor het maken van een aantal werken in het project Rich Amsterdam.
127 Eyes – Rich Amsterdam 1 (127 eyes of 127 people of 127 different nationalities, living in Amsterdam in 2016) / gevonden beeld, papier (uit boeken), spelden, hout, verf / 45,5x45,5x2cm / 2018
169 Eyes – Rich Amsterdam 2 (169 eyes of 169 people of 169 different nationalities, living in Amsterdam in 2016) /gevonden beeld, papier (uit boeken), spelden, hout, verf / 45,5x45,5x2cm / 2019
187 Eyes – Rich Amsterdam 3 (187 eyes of 180 people of 180 different nationalities, living in Amsterdam in 2016) / gevonden beeld, papier (uit boeken), spelden, hout, verf / 45,5x45,5x2cm / 2019
Rich Amsterdam wordt uitgevoerd in samenwerking met het (Rijks) Instituut voor Onderzoek van het Openbaar Lichaam, het (R)IOOL.
De Ander
Beeldkant van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011
Detail beeldkant van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011 / foto AT
Tekstkant van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011
Detail tekstkant van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011 / foto AT
'Lang geleden is ver weg. Er was een tijd dat de ontmoeting met andere mensen en culturen gezien werd als een opwindende Europese ontdekkingsreis. Reizigers waren onbeschaamde verzamelaars en taxonomen van exotische gewoontes, merkwaardige praktijken en vreemde gezichten. Oude reisverslagen getuigen nog steeds van deze zoölogische benadering van de exotische ander.' (Gosewijn van Beek) Bron: Gosewijn van Beek in zijn artikel ‘Cultuur in rafels’ in het boek Rood Katoen van kunstenaar Roy Villevoy.
De amateur antropoloog Paul Julien (1901-2001) deed rond de Tweede Wereldoorlog in Afrika onderzoek naar pygmeeën. Hij was misschien wel de laatste Nederlander die tot de groep van de hierboven genoemde Europese ontdekkingsreizigers behoorde. Hij schreef verschillende boeken en hield praatjes voor KRO Radio. In een videocompilatie onthult hij zijn werkmethode. Hoewel zijn onderzoeksmethoden wetenschappelijk gezien steeds meer omstreden werden, had Julien grote invloed op de toenmalige beeldvorming over Afrika.
In de jaren voor en na de oorlog zaten enorm veel mensen aan hun radiotoestel gekluisterd als dr. Paul Julien bij de KRO zijn causerieën hield over zijn belevenissen in Afrika. Onderzoeker en ontdekker was hij, een hartstochtelijk reiziger. Op 17 februari j.l. overleed Julien, op een maand na 100 jaar oud en daarmee (voor zover bekend) de oudste KRO-medewerker.
Zijn KRO-radiocauserieën waren bijzonder populair. Julien hield ze in de jaren 1932 t/m 1938, in 1946/1947 en 1949 t/m 1952; het waren verslagen van zijn 29 expedities, met als titels o.a. 'Als bloedjager in Liberia', 'Kruistocht in Afrika' en 'Kampvuren langs de evenaar'. Hij werd door de KRO-studiochefs uit die tijd beschouwd als één van de twee beste radiosprekers. Bron: ‘In Memoriam: Paul Julien’ (KRO). ’Kampvuren langs de evenaar’, 2 maart 2001.
Paul Julien trok met een karavaan van inheemse dragers door het Afrikaanse oerwoud en deed aanvankelijk onderzoek naar lichaams- en schedelmaten. Later deed hij bloedonderzoek en onderzocht hij het voorkomen van slaapziekte onder de bevolking. Hij was een van de eersten die onderzoek deed naar de levenswijze en het wereldbeeld van pygmeeën. Hij schreef en gedroeg zich koloniaal, rooms-katholiek en zeer paternalistisch. Maar Julien wist deze houding te overstijgen door zijn onmiskenbare zorg, aandacht en gevoel van lotsverbondenheid.
Zijn boek ‘Pygmeeën’ verscheen oorspronkelijk in 1953. In dit boek publiceerde Julien een aantal verhalen over zijn expedities die hem tot diep in de binnenlanden van Afrika brachten. Het boek is geïllustreerd met eigen foto’s. Bijzonder is dat het in 1997 is herdrukt. Blijkbaar werd de (deels) achterhaalde tekst niet bezwaarlijk genoeg gevonden. Wellicht ging het vooral om de foto’s. En misschien zijn wij wel helemaal niet zoveel veranderd.
Boek 'Pygmeeën' van Paul Julien. Links vroege druk uit 1953, rechts nieuwste herdruk uit 1997
Voor de installatie de Ander is het boek ‘Pygmeeën’ van Paul Julien in zijn geheel hergebruikt, zowel de 292 pagina’s tekst als de 76 zwart/wit foto’s. Het is een installatie geworden om andere mensen in te ontmoeten. Allereerst de pygmeeën, zoals ze door Julien in woord en beeld zijn verzameld en gepresenteerd. Verder komen we Julien zelf tegen, als taxonoom, verzamelaar en missionaris.
In hem herkennen we onszelf – zijn publiek, lezers en luisteraars die smullen van zijn verhalen over exotisch Afrika. En dan komen we onszelf nog eens tegen als de huidige toeschouwers van een installatie die leunt op de ‘exotische ander’. Nog steeds wordt het ontmoeten van andere mensen en culturen vaak gezien als het belangrijkste onderdeel van onze eigen variant van de ontdekkingsreis, de vakantie; hoe exotischer hoe beter.
Overzicht en details beeldkant van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011 / foto's AT, AT, WH, WH, AT, AT
Overzicht en details tekstkant van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011 / foto's AT, JL, JL, AT, AT
De Ander wordt gevormd door een zelfstandig staande wand met 40 panelen van elk ongeveer 70x100cm; 2 boven elkaar en 20 naast elkaar. Elk paneel bestaat uit een houten lijst met daarin een collage geklemd tussen 2 glasplaten. Aan de ene kant zijn steeds 4 uitvergrote foto's uit het boek te zien, de andere kant toont 16 pagina's tekst. De fotokant en de tekstkant zijn steeds met de ruggen tegen elkaar geplakt.
Vanaf de fotokant is alle zichtbare 'menselijke huid' weggesneden. Naarmate de foto gedetailleerder is, wordt ook het uitsnijden meer gedetailleerd. Doordat de lagen op elkaar geplakt zijn, zijn de gaten in de foto’s tegelijkertijd gaten in de tekstgedeelten aan de andere kant.
Op de fraaie zwart/wit foto’s in het boek valt de fysieke verschijningsvorm van de pygmeeën bijzonder op. In de installatie is dit effect minder direct, onze blik stuit immers niet meer op de huid van deze mensen. In de opengevallen plekken ontstaat voor de toeschouwer ruimte om zich te richten op vragen over voorkomen en persoonlijkheid.
We kijken hier terug in de tijd en tegelijkertijd zien we door het glas de toeschouwers aan de andere kant van de wand, ons huidige evenbeeld. Aan de tekstkant lezen we de observaties van Julien waarin zijn stille getuigen als geesten opdoemen. Die ervaring wordt versterkt door het zicht op de toeschouwers door het glas.
De wand is fysiek in de zin dat je er omheen moet lopen om alles te kunnen zien en lezen en is zo opgebouwd dat een beeld van kozijnen en ramen wordt opgeroepen waardoor je naar binnen of naar buiten kunt kijken. De 4 zwarte fotovlakken per paneel lijken op vensters waarin de passant gespiegeld wordt, terwijl de woorden en teksten op vitrage lijken.
Het maken van de Ander / hout, glas, papier / 823x250x72cm / 2008-2011 / foto’s WH
Voor het uitsnijden van de afbeeldingen wordt gebruikt gemaakt van de werkwijze die gehanteerd wordt door de afdeling Archief van het Instituut voor Onderzoek van het Openbaar Lichaam.
Per paneel is een print van 4 afbeeldingen gemaakt voor de ene kant en een print van 16 bladzijden tekst voor de andere kant. Beide prints worden rug aan rug met elkaar verlijmd door middel van een lijmsoort die niet direct uithardt.
Aan de afbeeldingskant wordt per afbeelding een snijplan getekend. Vervolgens worden met een scherp mes alle Delen van de afbeelding uitgesneden. Het uitsnijden gebeurt met inachtneming van de functie van het weergegeven deel van het lichaam. Er wordt rekening gehouden met organen, skeletvormen en uiterlijk van het lichaam.
Als alle 4 afbeeldingen zijn uitgesneden, wordt het dubbele verlijmde vel tussen 2 glasplaten geklemd en gemonteerd in een houten frame. Wanneer het frame wordt omgedraaid, wordt duidelijk dat er gaten zijn ontstaan in de oorspronkelijke tekst aan de andere kant. In de tekst die gaat over de mensen op de afbeeldingen doemen nu dezelfde mensen weer op, gegroepeerd in delen.
Sya van ’t Vlie heeft een artikel geschreven over de Ander. Sya van ’t Vlie is kunsthistoricus, gespecialiseerd in sculptuur en ruimtelijk georiënteerde kunst. Ze noemt zichzelf sculptuurpromotor. Ze promoot sculptuur in verschillende hoedanigheden: als expositiemaker, als publicist en als rondleider. website Syalees dit artikel de Ander
Johan Lammerink hervertelt 'Pygmeeën' van Dr. Paul Julien
door Sya van 't Vlie (tekst en foto's)
Dr. Paul F.J.A. Julien (1901-2001) was een Nederlandse ontdekkingsreiziger en antropoloog die na de Tweede Wereldoorlog bekendheid verwierf met zijn Afrikaanse reisverslagen. Tussen 1926 en 1952 leidde hij bijna dertig expedities door ‘donker Afrika’, waarvan hij verslag deed in radioverslagen en vier met eigen foto’s geïllustreerde boeken. Met een karavaan van inheemse dragers trok hij door het oerwoud om onderzoek te doen. Aanvankelijk naar lichaams- en schedelmaten van de inheemse bevolking, maar later ook naar bloedgroepen en het voorkomen van ziekten zoals slaapziekte. Hij was een van de eersten die onderzoek deed naar de pygmeeën. Naar eigen zeggen behoren zijn boeken ‘noch tot de wetenschappelijke vakliteratuur, noch tot de bellettrie’. In zijn voorwoord noemt hij ‘Pygmeeën’: ‘een boek dat over de kleine jagers van het oerwoud spreken wil en deze primitieven niet op de eerste plaats als een wetenschappelijk probleem wil zien, maar boven alles als medeschepselen en mensen naast ons’
Beeldend kunstenaar Johan Lammerink, die zelf drie jaar in Afrika heeft gewoond en gewerkt, stuitte tien jaar geleden op de heruitgave uit 1997 van ‘Pygmeeën’. Wat hem fascineert is de dubbelheid die hem bekroop bij het lezen. Hij vindt het reisverhaal informatief en zelfs onderhoudend, maar tegelijkertijd valt hem op hoe bevooroordeeld en betuttelend Julien is. In de tijd van Julien’s ontdekkingsreizen was Afrika nog geheel gekolonialiseerd door Westerse mogendheden en waren koloniale verhoudingen vanzelfsprekend. De etnocentrische visie van Julien was toen heel gewoon, net zoals zijn paternalistische toon en missionaire benadering. We zijn geneigd een dergelijk onderzoek nu te veroordelen. Want gaan we tegenwoordig niet uiterst beschaafd om met mensen uit andere culturen? Maar Lammerink wil niet kritiseren. Evenmin wil hij Julien verontschuldigen als ‘een kind van zijn tijd’. Dat zou net zo betuttelend zijn. Wel vraagt hij zich af in hoeverre wijzelf erin zijn geslaagd onze vooroordelen af te schudden als het gaat om onze ontmoeting met ‘de ander’. Daarom heeft hij besloten om ‘Pygmeeën’ te hervertellen, ons kijkers daarbij uitdagend om de ogen van nu onbevooroordeeld te laten kijken naar die ander, of dat nu een pygmee, Julien of een medebezoeker is.
Julien’s boek bestaat uit tekstpagina’s en een middenkatern met foto’s. Lammerink heeft de tekstpagina’s op ware grootte en de foto’s uitvergroot laten uitprinten. Daarna heeft hij tegen elke foto een blad met vier tekstpagina’s gelijmd.
Met de fotokant als leidraad heeft hij vervolgens van de mensen alle zichtbare huid weggesneden, waarbij hij wel de structuur van het lichaam in tact heeft gelaten. Onvermijdelijk gevolg was dat hij de tekstkant mee heeft uitgesneden. Lammerink voegt door informatie weg te snijden paradoxaal genoeg een nieuwe dimensie toe. Op de fotokant pakt dat anders uit dan op de tekstkant. Op de fotokant is de huid wel weggesneden, maar de menselijke vorm blijft herkenbaar in zijn omgeving. Op de tekstkant daarentegen vallen stukken tekst weg, terwijl de personen over wie de tekst gaat als schimmen in de tekst opdoemen.
Omdat Lammerink van zijn hervertelling zowel alle fotokanten als alle tekstkanten tegelijk wil laten zien, heeft hij een vrijstaande wand gemaakt waar de kijker omheen kan lopen. Hij heeft daarin twintig vensters gemaakt, in twee rijen van tien. In elk venster heeft hij vier foto’s gemonteerd met aan de andere kant zestien pagina’s tekst. Binnen elk venster zorgen smalle spijlen aan de fotokant voor een verdeling van de foto’s in twee rijen van twee, en aan de tekstkant voor een verdeling in vier groepen van vier pagina’s. Het woord venster is niet toevallig gebruikt. Lammerink vergelijkt zijn installatie met een gevelwand met ramen. De tekstkant ziet hij als de binnenkant met vitrage, de fotokant is de buitenkant van de gevel, waarvan de raampartijen zwart overkomen.
Met zijn installatie, die hij De Ander heeft genoemd, onttrekt Lammerink het onderzoek van Julien aan de vergetelheid. Door tekst en foto’s uit hun kaft te verwijderen, ontsluit hij een stukje verleden. Hij verschaft niet alleen inzicht in Julien’s onderzoek, maar ook in de leefomstandigheden van de pygmeeën. We zien de karavaan door het oerwoud trekken, het opmeten van de pygmeeën, en hoe ze muziek maken. Als we willen, kunnen we meer over onderzoek en leefwijzen lezen. Echter, Lammerink heeft alleen de foto’s uitvergroot en hij heeft tekst weggesneden om plaats te maken voor beeld. Zijn hervertelling is vooral een beeldverhaal.
Niet zomaar een beeldverhaal maar een interactief beeldverhaal. De installatie verbindt het verleden met het hier en nu. Met de ruimte waar de wand staat opgesteld en met ons, de kijkers. De uitgesneden gaten fungeren als doorkijkjes op de ruimte. Op zijn beurt kleurt die ruimte de foto’s in. Verder nodigt de installatie uit tot interactie en zelfs spel. Want door de uitgesneden koppen ontmoeten we opeens een andere kijker. Lammerink laat ons naar elkaar kijken en voor elkaar poseren door een kop uit het verleden. Wat doet dat met ons? We zijn niet alleen door dat verleden getekend, maar we hebben die uitgesneden kop gedeeltelijk weer ingevuld. Ook wij doemen op in Julien’s tekst, niet als schimmen, maar als mensen van vlees en bloed. Door zijn beeldverhaal interactief te maken benadrukt Lammerink dat hij er niet op uit is om Julien’s onderzoekmethoden te kritiseren. Wel wil hij ons laten vergelijken hoe Julien toen en wij nu naar ‘de ander’ kijken.
Overwegingen bij de Ander
Overzichtskaart van de zendingsterreinen in Ned. Oost-Indië, uit ‘Atlas van de terreinen der Protestantsche Zending in Nederlandsch Oost- en West-Indië, 2e druk 1939, uitgaaf van het zendingsbureau der samenwerkende zendingscorporaties te Oegstgeest.’
De missie - Als kind was ik gefascineerd door de paters en zusters uit ons dorp. Zij waren de wijd gerokte missionarissen, die af en toe terugkwamen van hun verre plek ergens op de wereld om vanaf de kansel in de kerk fantastische verhalen te vertellen over de missie. Gloedvolle verhalen waren dat, over ontberingen, bekeringen, arme bruine kinderen en stenen bakken. Maar ook over verstoppen in het bos en moord en brandstichting door de zoveelste ‘opstandelingen’. Ik herinner me verhalen uit bijvoorbeeld Belgisch Congo, Nederlands Indië en Nederlands Papoea Nieuw-Guinea. Even gefascineerd was ik door de groene briefjes van duizend gulden die ik niet kende en die ineens bij bosjes in de collectezak lagen: lokale ontwikkelingshulp en aflaat in één.
De missie - ‘Missie’ is een monoloog uit 2007, geschreven door David van Reybrouck. Hierin geeft een Belgische missionaris zijn volstrekt onafhankelijke maar ook onthutsende visie op Congo, waar hij tientallen jaren heeft werkte en gruwelijke dingen meemaakte. Enige argwaan tegenover deze figuur is overigens niet misplaatst. Gaat hij, als missionaris, ons ervan trachten te overtuigen dat het koloniale verleden van België ook zijn goede kanten had? Zal hij proberen ons te bekeren? Een beklijvende monoloog door Bruno Vanden Broecke. Uit de synopsis: “Hierin blikt een oude, maar nog steeds vitale missionaris in Oost-Congo terug op zijn leven. En dat doet hij met verbazing, veerkracht en verdriet. In een verbrokkelde monoloog denkt hij na over keuzes, engagement en bovenal vertrouwen. Een theatertekst gebaseerd op interviews met missionarissen in Congo vandaag. De missionaris geherwaardeerd als tragische mens - en dit zonder ironie.” Voor een meer kritische noot over dezelfde missionarissen, zie Didier Goyvaerts in DeMorgen of Bambi Ceuppens & Sarah de Mul in Rekto Verso
Ontwortelde objecten - Beïnvloed door de antropoloog Claude Lévi-Strauss, was Unsettled ObjectsLothar Baumgartens resultaat van beelddocumentatie en taalinterventie van de etnografische collectiepresentatie in het Pitt Rivers Museum in Oxford. Het Pitt Rivers Museum exposeert de archeologische en antropologische verzamelingen van de Universiteit van Oxford in Oxford, Engeland. Benieuwd hoe de presentatie van het Pitt Rivers Museum er uitziet? Zie de tour (adobe flash noodzakelijk) met panorama's.
Elke dia toont tentoonstellingsvitrines en objectopstellingen waaraan een woord is toegevoegd, variërend van ‘gerationaliseerd’ tot ‘verteld’, ‘gewaardeerd’ en ‘getypeerd’. Hiermee worden de pogingen van het museum tot toegankelijkheid en rationele rangschikking vastgelegd. Unsettled Objects was een van Baumgartens onderzoeken naar de manier waarop Europese etnografische musea objecten tentoonstellen en vorm geven aan observaties en naar de wijze waarop objecten zijn losgerukt uit hun oorspronkelijke context en ontwortelde objecten blijven tegenover westerse verhalen. (bron: Magdalen Chua in ‘Unsettled Objects’, een internetartikel uit 2011)
Beeld uit La Javanaise(2012) van Wendelien van Oldenborgh en David Dibosa met Sonja Wanda en Charl Landvreugd. De film is een dubbelprojectie die speelt met de notie van authenticiteit. Het gebruik van cinematografische esthetiek in het werk van Van Oldenborgh ondersteunt een geïnformeerde omgang met historisch en hedendaags materiaal.
Hollandaise – Toen ik in Tanzania werkte, raakte ik onder de indruk van de kleurrijke doeken waar veel vrouwen zich mee kleedden. In de kern bestond het kledingstuk uit niet meer dan een enkele of dubbele omgeslagen doek. Prints konden variëren van kleurige patronen en afbeeldingen van producten tot herinneringen aan politieke manifestaties. De doeken waren fleurig en expressief en al snel had ik er verschillende gekocht. Langs de rand waren namen van lokale textielfabrieken als Mwatex of Sunguratex geprint. Opvallend was dat de fabrieksnaam vaak gevolgd werd door ‘designed by Vlisco, Helmond’. Ik had in Nederland tot dan toe nog nooit van dit bedrijf gehoord.
‘Hollandaise’ is de titel van een tentoonstelling die in 2013 in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam werd gehouden. In de gelijktijdig verschenen Nieuwsbrief no. 130 begonnen de organisatoren Jelle Bouwhuis en Kerstin Winking hun inleiding met: “Benamingen als Wax Hollandais, Hollandaise, Dutch Wax, wasdruk of batikprint worden vrijelijk door elkaar gebruikt, maar de betekenis is altijd dezelfde: de uitbundige en kleurrijke textiel die we met name kennen van Afrikaanse landen, in het bijzonder in West-Afrika. Het is minder bekend dat in het koloniale tijdperk Hollanders en Britten deze textieldruk imiteerden van de Indonesische handgemaakte batik door middel van industriële productieprocessen en vervolgens in Afrika hun belangrijkste afzetmarkt vonden. Het Nederlandse textielbedrijf Vlisco is tot op heden toonaangevend op deze markt. Vandaar ‘Hollandaise’.” Oorspronkelijk werd Vlisco ‘P. Fentener van Vlissingen & Co’ genoemd. Het bedrijf werd opgericht in 1846 in Nederland en produceert sinds ongeveer 1927 textiel voor de Afrikaanse markt.
De curator van de tentoonstelling was de stichter en directeur van RAW Material Company in Dakar, Koyo Kouoh. Zij legt in haar tentoonstellingsconcepten (post-)koloniale dwarsverbanden tussen Europa en Afrika. Lees meer in haar bijdrage aan de nieuwsbrief.
HOLLANDAISE Een blik op iconisch textiel Koyo Kouoh
(Hieronder een aantal stukken uit haar tekst in de nieuwsbrief, JL)
De felgekleurde, bijzondere wax prints worden meestal gezien als Afrikaanse stoffen. Terwijl er eigenlijk niets Afrikaans aan is. Niet qua productietechniek, ook niet in het ontwerp, en zelfs niet wat de productie of marketing ervan betreft. De geschiedenis van de wasdruk is een typisch verhaal van commerciële dominantie die in het midden van de negentiende eeuw begon en tot op heden wordt vervolgd. Het is ook een verhaal, op z’n zachtst gezegd, van het toe-eigenen van de techniek van de Indonesische batiktraditie door een Nederlandse textielfabrikant. De specifieke wastechniek die wordt gebruikt door het Nederlandse bedrijf Vlisco, en vele anderen, komt oorspronkelijk uit Java, Indonesië.
Vanaf het moment dat ik het werk van de Nigeriaanse conceptuele kunstenaar Yinka Shonibare tegenkwam rond 1990 raakte ik geïnteresseerd in het ontwikkelen van een project dat zowel de historische achtergrond als de hedendaagse betekenis van Dutch Wax belicht met de veelvoud aan interpretaties van beide. Mijn interesse gaat uit naar de verbindingen tussen koloniale ideeën, culturele perceptie, en de constructie van identiteitsattributen. Het is voor mij altijd een raadsel gebleven hoe het Nederland gelukt is om actieve kennis over de koloniale onderneming te laten verdampen, dit in tegenstelling tot Frankrijk en Groot-Brittannië. Het koloniaal discours op de voornaamste (markt)plaatsen van de geschiedenis refereert nauwelijks aan Nederland en dit gebrek is nog sterker in Afrika, ondanks de saillante realiteit van Zuid-Afrika.
Terwijl de Fransen en Britten het leeuwendeel voor de kiezen krijgen, blijven de Nederlanders vaak buiten schot. Ik ben hierdoor gefascineerd, in het bijzonder omdat een iconisch Nederlands product een bepalende metafoor voor Afrikaans design, mode en expressie is geworden, dat voor ‘authentieke’ identiteit binnen en buiten Afrika staat: de wasprint! Ook wel, modieuzer, Hollandaise genoemd. Het is wereldwijd zowel een vervalst als niettemin een waarlijk Afrikaans symbool.
Het is fascinerend om te zien hoe dit puur Europese product toegeëigend, omarmd en benut is als een middel tot zelfexpressie. De perceptie dat Nederlanders goedgezinde handelaren waren in tegenstelling tot de koloniale meesters, geeft wellicht inzicht. In feite hebben Nederlandse ‘ontdekkingsreizigers’ weinig tot geen civilisatie- of assimilatieprocessen op gang gebracht in Afrika, behalve in Zuid-Afrika, in tegenstelling tot de Fransen, Britten en Portugezen. Je zou kunnen zeggen dat handeldrijven met Nederlanders een soort daad van rebellie was.
Het gebruik is zijn betekenis
Ongeacht haar oorsprong en het mechanisme van uitbuiting dat er achter steekt, is deze textiel geadopteerd, en door het gebruik ervan heeft ze een lokale betekenis gecreëerd en een niet te ontkennen hiërarchie in stijlen en kwaliteiten.
Volgens de website van Vlisco is 75% van de wax prints in Afrika naar Vlisco-ontwerp, terwijl een veel kleiner deel ook daadwerkelijk echt door hen is gefabriceerd. Om deze ontwikkeling tegen te gaan heeft Vlisco besloten om het leidende modemerk van Afrika te worden. Nu adverteert Vlisco met het motto ‘The True Original’. Het bedrijf produceert niet alleen nieuwe ontwerpen, maar lanceert deze als collecties met de status van een modehuis. Een complete reclamecampagne vergezelt elke collectie en flagship stores zijn inmiddels geopend in grote West-Afrikaanse steden. Per kwartaal is er een nieuwe campagne waarvan de foto-shoot wordt gedaan door een Nederlands agentschap in Amsterdam. Zwarte modellen worden ingehuurd om Afrika en het ultieme charisma van de modieuze Afrikaanse vrouw te representeren. Met deze strategie zet Vlisco het idee van Afrikaanse authenticiteit voort door de suggestie te wekken dat alleen een vrouw in ‘de enige echte’ wasprint een echte Afrikaanse vrouw is. Lees het hele artikel in de SMBA Niewsbrief no. 130, pagina 3
foto: Jeanette
Venster op de wereld – “Reisorganisaties gebruiken in hun folders veelvuldig foto’s van inheemse volken. De exotische uitstraling moet klanten over de streep trekken. Men stelt een bezoek aan inheemsen in het vooruitzicht, maar de inheemse volken zelf hebben daar doorgaans geen weet van. Zij zijn een product en worden op voorhand verkocht. Ter plaatse kunnen ze hooguit een klein bedrag of een balpen verdienen door zich te laten fotograferen. Als ze geluk hebben. Want de toerist mag dan grif honderden euro’s voor een vliegreis betalen, over een paar dubbeltjes fotovergoeding wordt al gauw moeilijk gedaan, sommigen weigeren zelfs ‘uit principe’ om iets te geven. … Tijdens het reizen met groepen merk ik dat het er voor een deel van de reizigers niet wezenlijk toe doet wáár ze zijn. … Soms lijkt men zelfs niet volledig aanwezig te zijn en alleen te reizen om later over de avonturen te kunnen verhalen.” Bron: Matthijs Blonk in ‘Afritsbroek zoekt dierenhuid’, een journalistiek artikel op zijn internetsite, ook verschenen in Indigo, februari 2007.
In deze zelfvoorzienende ‘capsule’ doorkruisen toeristen hun vakantieland. Op een vrachtwagen met vierwielaandrijving is een slaapcompartiment gebouwd. Het zitgedeelte vooraan biedt plaats aan 22-36 passagiers. Achterin bevindt zich een uitklapbare keuken. Dit hotel op wielen is een Duits concept waarop patent rust. Rotel Tours heeft inmiddels de beschikking over duizenden van deze ‘bedden op wielen’. De reisorganisatie, die ‘contact met mens en natuur’ propageert, is al een paar decennia actief, opereert in alle werelddelen en biedt onder andere trajecten aan als Caïro-Kaapstad.
M / V
M/V 1.1 / diapositief op lichtbak / 75x75x15cm / 2006
M/V 1 is het begin van een serie bijzondere portretten die rechtstreeks en onbewerkt van het internet komen - ‘netportretten‘. Het zijn afbeeldingen van transseksuelen, mensen die geloven in een verkeerd lichaam te zijn geboren, waardoor ze aan hun lichaam en uiterlijk hebben laten sleutelen.
De afbeeldingen zijn grofkorrelig, de pixelgrootte is 0,5 cm. Hiermee wordt verwezen naar het medium waar ze zijn gevonden, het internet, maar ook naar de manier waarop de geportretteerden worden waargenomen. Van veraf zijn de afbeeldingen scherp genoeg om iemand goed te kunnen herkennen. Dichterbij worden de afbeeldingen onscherp, zoals het exacte geslacht van de persoon ook onduidelijk kan zijn. De kleurschakeringen versterken het idee dat er aan de lichamen is gewerkt.
In het trappenhuis van Arti et Amicitiae - houten schilden, kroonluchter en gebrandschilderde ramen
model - miss may 1956 & miss december 1967 / diaprojecties / 2 delen, elk 150x350cm / 2002 Werk op locatie, groepstentoonstelling 'non-members only', Arti et Amicitiae, Amsterdam
Kunstenaarssociëteit Arti et Amicitiae in Amsterdam is een belangrijk kunstinstituut dat al bestaat sinds 1835. Om vers bloed toe te voegen aan het ledenbestand werd in 2002 een aantal kunstenaars gevraagd mee te doen aan een speciale tentoonstelling.
Het pand van ‘Arti’ aan het Rokin heeft een statig trappenhuis met gebrandschilderde ramen, een kroonluchter en een fraaie houten trap die naar de tentoonstellingszalen leidt. In dit trappenhuis hangen 2 langwerpige houten schilden met de namen van (bekende) kunstenaars, stichters en bestuursleden uit de rijke geschiedenis van Arti.
Uitnodiging voor model - miss may 1956 & miss december 1967
Als kersvers lid leek het mij gepast en interessant om een ode te brengen aan hen die dit instituut al meer dan anderhalve eeuw vormgeven en dragen. Het is een eerbetoon met een knipoog geworden, een in de traditie van ‘de kunstenaar en zijn model’. Om ze weer wat op te warmen heb ik de ‘oude’ kunstenaars en bestuursleden ‘verwend’ met 2 lifesize modellen.
model - miss may 1956 & miss december 1967 / diaprojecties / 2 delen, elk 150x350cm / 2002 Werk op locatie, groepstentoonstelling 'non-members only', Arti et Amicitiae, Amsterdam
Op het linker houten paneel staan de namen van beeldende kunstenaars, met als onderschrift: “arti et amicitiae” aan nederlandsche beeldende kunstenaars.JOZEF ISRAELS J. BOSBOOM A. MAUVE CHs. ROCHUSSEN JACOB MARIS GEO. POGGENBEEK H. W. MESDAG L. ALMA TADEMA J. H. WEISSENBRUCH MATTHIJS MARIS WILLEM MARIS ALB. NEUHUIJS AUG. ALLEBÉ B. J. BLOMMERS P. J. C. GABRIEL TH. SCHWARTZE – VAN DUIJL G. H. BREITNER W. WITSEN G. W. DIJSSELHOF JAN VETH A. J. DER KINDEREN PIETER DE JOSSELIN DE JONG FLORIS HENRIK VERSTER JAN TOOROP M. A. J. BAUER ISAAC ISRAELS JAN VOERMAN JAN EDUARD KARSEN MARTIN MONNICKENDAM J. H. JURRES JAC. VAN LOOY JAN SLUIJTERS LIZZY ANSINGH COBA RITSEMA C. J. MAKS
Op het rechter houten paneel staan de namen van stichters en leden van Arti, met als onderschrift: “arti et amicitiae” aan hare stichters en verdienstelijke leden. J.A. KRUSEMAN J.W. PIENEMAN L. ROIJER A.B.B. TAUREL M.G. TELAR VAN ELVEN A. SCHELFHOUT B.J. VAN HOVE CH. ROCHUSSEN C. SPRINGER J.A.B. STROEBEL H.J. SCHOLTEN J.H. LELLMAN JOHN F. HULK BART VAN HOVE CAREL L. DAKE A. HESSELINK A.M. GORTER C.G. ’t HOOFT N. VAN DER WAAY A.F. REICHER HUUB LUNS S. GARF M.J. VAN RAALTE H.J. WOLTER GEORG RUETER DAVID SCHULMAN A.P. VAN MEVER RIK VAN DER MEY THEO KURPERSHOEK G. BRINKGREVE JOH. GEORG SCHWARTZE KARSPER KARSEN H.P. BERLAGE WILLEM VAARZON MOREL
Een bezoeker schreef: “De projectie in de hal doet mij stilstaan. Fantastisch.” Arti et Amicitiae
O punt
O punt, een nieuwe kledinglijn, of kortweg O punt, is een performance waarbij de nadruk ligt op de bijzonderheden van iemands lichaam. In plaats van vlekjes, bultjes en littekens zoveel mogelijk weg te werken of te verbergen, worden ze als bijzonder, specifiek en eigen gepresenteerd.
In een intieme sfeer wordt voor iedere koper een shirt met gaten gemaakt. Dat wordt vervolgens gelabeld en mooi ingepakt. De performance maakte deel uit van de tentoonstelling 'The Sweatshop' in W139 in Amsterdam.
Voor deze tentoonstelling waren kunstenaars uitgenodigd om vanuit een persoonlijke visie unieke draagbare kleding te maken.
Schoonheidsvlekjes bij sterren: Enrique Iglesias, Amy Winehouse, Robert de Niro, Scarlett Johansson en Elizabeth Taylor.
Een puntje, een vlekje of een bultje op je gezicht, is dat iets om trots op te zijn of laat je het liever verwijderen? Voor velen is dit misschien een belangrijke vraag. Marilyn Monroe maakte van het vlekje bij haar mondhoek een schoonheidsideaal. Schoonheidsvlekjes op het gezicht worden ook nu nog als een plus gezien. Ze worden om die reden soms gewoon op de gewenste plek getekend of zelfs getatoeëerd. De schoonheidsvlek is een huidaandoening die geworden is tot één van de zeven schoonheden, na introductie door Marilyn Monroe in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Hierna hebben vele andere vrouwelijke beroemdheden dit schoonheidsideaal over de wereld groot gemaakt, die soms opzettelijk een dergelijk vlekje op hun gezicht toucheerden. Madonna is hier een bekend voorbeeld van. (bron: Wikipedia)
Op de rest van ons lichaam laten we bijzonderheden als bultjes, wratjes, moedervlekken en littekens liever niet zien, zomersproeten uitgezonderd. Uitgangspunt bij O punt is om bijzonderheden op het lichaam juist wél te laten zien, als een expressie van het individu. O punt toont ons lichaam zoals we het 'kregen' bij de geboorte en wat we daar later aan hebben toegevoegd. Veel van hetgeen zich in het lichaam afspeelt, manifesteert zich als uiterlijk kenmerk. Onze buitenkant is geen onbeschreven vel, eerder een interactief scherm. Als zodanig is het een persoonlijk paspoort.
O punt, een nieuwe kledinglijn / performance met klant en T-shirts, hangers, labels, papier / 2001
O punt biedt een T-shirt op maat dat is voorzien van gaten rondom de bijzondere plekken van een lichaam. Het benadrukt openlijk de eigenheid van een lichaam.
O punt, een nieuwe kledinglijn / performance met klant en T-shirts, hangers, labels, papier / 2001 / foto’s WH
In een kleedhokje wordt een T-shirt met de juiste maat uitgezocht. Hierop worden de locaties van de bijzonderheden op het lichaam van de koper overgebracht. Het T-shirt wordt vervolgens geprepareerd voor het knippen van de gaten. Daarna wordt het opnieuw gepast. De koper krijgt zo een uniek product dat precies ‘past’ bij zijn of haar lichaam. Zoals het hoort in een speciale winkel wordt het product in vloeipapier verpakt en voorzien van een banderol en een label. De koper krijgt het T-shirt overhandigd in een speciale tas met daarop het logo van O punt.
Presentatiemateriaal bij O punt, een nieuwe kledinglijn / performance met klant en T-shirts, hangers, labels, papier / 2001
Kunstcritica Anna Tilroe schreef in de PS bijlage van Het Parool: “Kunstenaar Johan Lammerink heeft zijn concept wel aardig uitgewerkt. ‘O, een nieuwe kledinglijn’ heten zijn zwarte shirts die ter plekke ‘persoonlijk worden gemaakt’ door er gaten in te knippen op ‘door jou aan te geven plekken’. Deze intieme performance, uitgevoerd door de vriendelijke kunstenaar zelf, schijnt het vooral goed te doen bij dames op leeftijd.”
Think Thin
Think Thin was een publiekelijk uitgevoerde striptease in 3 etappes. Een striptease van een koelkast wel te verstaan. Deze vond plaats in de etalage en twee bovenramen van een pand in Amsterdam. Na elke etappe werd de ‘situatie’ tijdelijk bevroren en tentoongesteld.
Onderdeel van Think Thin / performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
Aanleiding voor de striptease waren afbeeldingen van 2 verschillende lichamen die alle het beeld van een koelkast opriepen, zij het op zeer verschillende wijze. De afbeeldingen van het ene lichaam werden aangereikt vanuit het Archief van het Instituut voor Onderzoek van het Openbaar Lichaam en toonden een vrouw die voor een open koelkast poseert.
De (gevonden) afbeelding van het andere lichaam toonde een wel zeer voluptueuze dame met een curieuze naam die refereerde aan een mug en een koelkast. Als ‘Miss Icebox’ sierde zij een calorieënlijst van verschillende voedingswaren onder de wervende titel “Midge Fridge, Miss Icebox International, sez: Think Thin”.
Think Thin - 1e etappe / performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
In de eerste etappe werd in de etalage een koelvriescombinatie geplaatst met ernaast de bewerkte en uitvergrote afbeelding van Midge Fridge, alias Miss Icebox. In de ramen boven de etalage werden lichtbakken opgehangen met bewerkte en uitvergrote afbeeldingen van het Openbare Lichaam voor de open koelkast. Het bewerken van de afbeeldingen werd gerealiseerd door de afdeling Archief van het (R) IOOL, die ook hielp bij de uitvoering van de installatie. Het (R) IOOL is het (Rijks) Instituut voor Onderzoek van het Openbaar Lichaam. Het hanteert typische termen als OL (Openbaar Lichaam), DOL (Delen Openbaar Lichaam) en ROL (Resterend deel Openbaar Lichaam). Deze termen verwijzen naar bewerkingen van afbeeldingen van het lichaam in de openbare sfeer, waarnaar het Instituut onderzoek doet.
Think Thin - 2e etappe, begin / performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
In de tweede etappe werd het beeld in de etalage – de koelkast – langzaam gestript. Deel voor deel werd verwijderd. Eerst de harde buitenlaag, dan de zachte tussenlaag en daarna weer een hardere binnenlaag. Per dag werd een deel weggenomen. De delen werden steeds aan de zijkant in de etalage neergelegd.
Halverwege Think Thin - 2e etappe / performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
Na het strippen bleven alleen het skelet van de koelkast en de ‘inhoud’ ervan over. In dit geval de gematerialiseerde Delen van het Openbare Lichaam in de bovenramen: een verwijzing naar de solotentoonstelling ‘Koud bewaren’, waarin ook een koelkast voorkwam – zij het symbolische – voor het bewaren van de Delen Openbaar Lichaam (DOL).
Aan het eind van Think Thin - 2e etappe / performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
Op het eind van de tweede etappe werd ook de inhoud van de koelkast verwijderd. Wat resteerde was een gestript skelet van een koelkast te midden van de gestripte Miss Icebox en het gestripte model voor de open koelkast in de bovenramen.
Think Thin - 3e etappe / performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
In de derde en laatste etappe werd het skelet van de koelkast uit de etalage gehaald. De inhoud ervan werd opgehangen op houten presentatieborden: het betrof in dikke plakken hars gegoten Delen van het Openbare Lichaam uit de twee bovenramen.
Aaan het eind van Think Thin/ performance en installatie met koelkast, lichtbakken, hars, hout, papier / 4x6x2m / 1996
In de ruimte achter de etalage was de gestripte koelkast te zien geflankeerd door een sliert van gestripte lagen en delen.
View Adoption Plan
Adopteer een mens, een beest, een plant of een product. Of adopteer een beroep, een activiteit of een idee. Ongeveer alles kan tegenwoordig worden geadopteerd. Het is een veel gebruikte manier geworden voor het tonen van betrokkenheid. Vaker nog gaat het om naamsbekendheid en eigen promotie. Voor een al dan niet flinke financiële bijdrage kunnen mensen of bedrijven hun naam en/of betrokkenheid aan anderen laten zien.
Adopteer een dier Adopteren? – steun kwetsbare kinderen Ik heb al een kip geadopteerd. En jij? Adopteer een appelboom Adopteer een bijenvolk Adopteer een kerstboom Adopteer een leeuw Adopteer een koe Kind adopteren? Adopteer een geit Adopter een boom Adopteer een varken Adopteer een kalf Adopteer een hond Adopteer een rotonde breda Adopteer een weesaapje Adopteer een monument Adopteer een vroedvrouw Adopteer een oma of opa Adopteer een bofkont Adopteer een buitenlands kind Adopteer een prullenbak Adopteer een asielzoeker Adopteer een buffel Adopteer Boris Adopteer een kakkerlak voor je ex Adopteer een kilometer Adopteer een steen Adopteer een eiland Adopteer een zwerfmodel Adopteer een kat Adopteer een olifant Adopteer een schaap Adopteer een chimpansee Lammetje adopteren? Adopteer een bot Adopteer regenwoud Adopteer een kunstwerk Adopteer een bloemschaal Adopteer talent Adopteer een orang-oetan Adopteer een roofvogel of uil Adopteer een haan Adopteer een orgelpijp Adopteer een object Adopteer een boek Adopteer een straat Adopteer een project Adopteer ook een afvalcontainer Adopteer een terrorist voor gebed Adopteer een school Adopteer een parkbank Adopteer een drop-out Adopteer een plantsoen Adopteer een voorstelling Adopteer een speelplek Adopteer een rekwisiet Adopteer een zonnepaneel Adopteer een zebravis Adopteer een route Pruik adopteren? Adopteer een zoogdier Adopteer wijnrank Adopteer een bijbeltekst Adopteer een tuin Adopteer een dominee Adopteer geschiedenis Adopteer een wens Adopteer een hamster Adopteer een leerling Adopteer een are Adopteer een elektrische auto Adopteer een lied Adopteer een rijder Adopteer een klas of school Adopteer een koala Adopteer een woord Adopteer een bank of een plank Adopteer een babyboom Adopteer een student Adopteer een stukje erfgoed Adopteer een vierkante meter Adopteer een pijp Adopteer een naam Adopteer een paard Adopteer een zeehond Adopteer een taxusboompje Adopteer een artiest Adopteer een fort Adopteer een actie Adopteer een stuk Sardinië Adopteer een plant Adopteer Adopteer een klas Adopteer een pagina Adopteer droom Adopteer een holocaust overlevende Adopteer je schoonzoon Adopteer een stukje tuin Adopteer een zomerondernemer Adopteer 10m2 regenwoud Adopteer een pikmin Adopteer een demente bejaarde Adopteer een peer Adopteer een motor Adopteer Toby Adopteer een vraag Adopteer een ding Adopteer een park Adopteer een stokje voor een wereldrecordpoging Adopteer een blauwgele ara Adopteer een vriend Adopteer een kansarme Spaanse hond Adopteer een kamer Adopteer een scanner/printer Adopteer een big Adopteer een stoel Adopteer een schorpioen Adopteer een gebouw Adopteer een race-eend Adopteer een lichtmast Adopteer een kampeerveld Adopteer iets Adopteer een oorlog Adopteer een video-interview Adopteer een oorlogsgraf Adopteer een leergeldkind Adopteer en creëer Adopteer een onderdeel Adopteer een starter Adopteer een weg Adopteer eens een troetelgroep Adopteer een bètastudent Adopteer een christen Adopteer een historische pianoforte Adopteer een bijna-thuis-huis-steen Adopteer een metro Adopteer een stripper Adopteer een korf Adopteer het verstoten aids-weesje Adopteer een soldaat uit W.O.I Adopteer een boswachter Adopteer een yak Adopteer een Duitser Adopteer een verkiezingsbord Adopteer een poel Adopteer een plakplek Adopteer een lid Adopteer eens een plataan Adopteer een activist Adopteer een neushoorn Adopteer een biobeer Adopteer een typemachine van W.F. Hermans Adopteer een activiteit Adopteer mij
In Artis kwam ik bij de panters een adoptiebordje tegen met daarop nóg een panter, namelijk het logo van het sigarenmerk ‘Panter’. Het bestaat uit een panter die op een cigarillo ligt. Mijn vader rookte vroeger kleine Pantersigaren voordat hij overstapte op ‘Karel 1’. De sigaren zaten in fraaie doosjes. Die werden nog lang gebruikt om moertjes, boutjes en allerlei soorten ringetjes in op te bergen. De tegenstelling die uit het bord bij de panters sprak, is me nog lang bijgebleven, het betrof een bijzondere commerciële toe-eigening (appropriation).
Op de website van Artis is te lezen: U kunt Artis steunen door een dier te adopteren. Er zijn veel voordelen wanneer uw organisatie Artis steunt. U wordt uitgenodigd voor de jaarlijkse adoptantendag en u krijgt een vermelding in het jaarverslag en op de website. Ook zijn er mogelijkheden tot samenwerking, bijvoorbeeld door middel van een joint promotion. Voor een adoptiedier en de tegenprestaties denken wij graag met u mee.’
In de jaren 70 tot 90 stond er bij veel mensen om mij heen op de schoorsteenmantel een foto van een ‘derdewereldkindje’. Zo’n foto van je eigen ‘adoptiekindje’ werd je toegestuurd door het Foster Parents Plan (tegenwoordig Plan International). De ‘arme’ kinderen die vaak gewoon eigen ouders en familie hadden, werden de spil in een financiële constructie met foto’s als verplicht ruilmiddel. Als het kind (en zijn familie en dorp) maandelijks geld wilde ontvangen, moest het af en toe een foto van zichzelf laten maken. Het leek mij niet dat je dit als kind kon weigeren, je kreeg er ‘gewoon’ pleegouders bij. De bijzondere koppeling, deze toe-eigening van een ‘eigen arm kindje’ door het Foster Parents Plan heeft me altijd geïntrigeerd.
Op de website van Plan International staat: Word sponsor en geef een kind een betere toekomst! Plan steunt met je sponsorbijdrage een kind, diens familie en de gemeenschap van het kind! Met de bijdragen van meer dan 70.000 kindsponsors werkt Plan aan duurzame armoedebestrijding en blijvende verbeteringen in de levensomstandigheden van kinderen en hun familie. Als sponsor bouw je een persoonlijke band op met je sponsorkind. Je kunt schrijven en je kunt zelfs op bezoek om te zien wat Plan met je bijdrage bereikt.'Adopteer een panter!
Adopteer een kind!
Adopteer een uitzicht!
Het View Adoption Plan is een combinatie van een performance en een installatie. De performance bestond eruit dat de kunstenaar en de bezoeker/koper binnen een bepaald gebied een voor adoptie geschikt uitzicht uitzochten. Ter plekke werd de adoptie van dit uitzicht vastgelegd door middel van een voor iedereen zichtbaar bord met foto en een adoptierapport. Alle uitzichten en registraties van deze uitzichten vormen samen het werk en alle kopers vormen samen de ‘bezitter’ van dit werk.
Het View Adoption Plan is 2 keer uitgevoerd. De eerste keer als View Adoption Plan 1 in een bijdrage aan de zomerlange manifestatie Cultuur Natuur in het Amstelpark in Amsterdam. De tweede keer als View Adoption Plan 2 in een bijdrage aan Live 2, een avondlange kunstmanifestatie in De Garsthof in Tilburg.
View Adoption Plan 1
View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto's AT, JL
Toen ik gevraagd werd om deel te nemen aan de manifestatie Cultuur/Natuur in het Amstelpark in Amsterdam leek het mij passend om een plan te bedenken dat niet was gebonden aan één plaats maar dat het hele park zou betrekken. Niet in het minst omdat het Amstelpark is ontstaan als een tentoonstelling van verschillende elementen en tuinen bij elkaar.
Het Amstelpark vindt zijn oorsprong in de internationale tuinbouwtentoonstelling Floriade van 1972. Het tentoonstellingsterrein omvatte behalve het huidige Amstelpark ook het Beatrixpark en een deel van de dijk waar nu de ringweg Zuid op ligt. Internationale- en nationale inzenders hebben het park toen ingericht. Het bestond uit verschillende locaties, zoals het dahliarama, de rododendronvallei en het rosarium. Na de Floriade, is getracht de originele inzendingen zoveel mogelijk te behouden. Vandaar dat u in dit park nog een grote verscheidenheid aan bloemen, planten en bomen aantreft. Een deel van de oorspronkelijke inzendingen is nog terug te vinden, zoals de Japanse tuin en de Belgische tuin. Zie Floriade 1972 voor foto's, films en de catalogus.
Een eenheid in verscheidenheid, dat is wat het park nog steeds is. Het leek mij zeer geschikt om hier gedurende een zomer een kunstwerk te laten groeien, te laten opbloeien. Een onnadrukkelijke aanwas van dezelfde adoptiebordjes, echter met totaal verschillende uitzichten, van het View Adoption Plan 1 (VAP 1) bestreek gaandeweg het hele park.
Adoptiebureau bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Op stap met de kunstenaar bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Maken van een polaroid van het uitzicht met adoptanten bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Plaatsen van metalen paal met bord bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Bevestigen plexiglas bordje met polaroid bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Bord met adoptanten in hun uitzicht bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Bord met uitzicht bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Uitschrijven van adoptierapport in adoptiebureau bijView Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto AT
Adoptierapport bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997
Plattegrond in adoptierapport bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997
Voor de uitvoering van het VAP 1 was bij de hoofdingang van het park een Adoptiebureau opgezet. Hier konden mensen zich melden. Op afspraak gingen ze vervolgens met de kunstenaar op stap in het park. Onder het uitwisselen van verhalen over kunst en het Amstelpark zocht de koper samen met de kunstenaar naar het meest passende of ultieme uitzicht. Vervolgens werden er polaroidfoto’s gemaakt van de koper met het uitzicht.
De eerste foto werd direct gemonteerd op een voorbedrukt bord van het VAP 1 dat werd bevestigd op een metalen bord op een paal. Het geheel werd ter plekke de grond in geslagen. De tweede fase vond plaats in het Adoptiebureau. Hier werd een adoptierapport opgesteld waarin werd aangegeven waar het uitzicht was gemaakt. Ook werden een beschrijving en een polaroidfoto toegevoegd. Met een stempel en de handtekening van de kunstenaar was het geheel compleet. Voor een vastgesteld bedrag kreeg de koper het adoptierapport mee naar huis als bewijs dat hij medekoper was van het werk en deelnemer aan het project.
Uitzichten met bord, polaroids en locaties bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997
Het project werd uitgevoerd in de eerste 3 maanden van de zomer. De borden bleven staan tot in de herfst. In totaal werden 66 geadopteerde en vastgelegde uitzichten onderdeel van het View Adoption Plan 1. Daarmee kende het project ook 66 eigenaren. Hun adoptierapporten vormden daarvan het tastbare bewijs.
Theefeest met groepsfoto bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997 / foto’s AT
Om het gezamenlijke aspect van het project te benadrukken, werden alle 66 deelnemers/eigenaren in de nazomer uitgenodigd voor een theefeestje in het park. Een groot aantal van hen gaf gehoor aan deze oproep. Onder het genot van thee en taart konden ze met elkaar kennismaken en kopieën van alle uitzichten bekijken. Als afsluiting en bekroning werd een groepsfoto gemaakt. Deze groepsfoto werd als bijlage bij het adoptierapport naar iedere deelnemer/eigenaar gestuurd.
Adoptierapporten bij View Adoption Plan 1 / performance en installatie met houten keet, polaroidfoto, plexiglas, staal, papier en taart / Amstelpark, Amsterdam / 1997
Het View Adoption Plan 1 is uitgevoerd als onderdeel van de manifestatie Cultuur/Natuur. Lees meer over Cultuur/Natuur.
De manifestatie Cultuur/Natuur werd in 1997 georganiseerd door Ontwerpers Adam in het Amstelpark in Amsterdam. Doel was te zien wat de invloed van culturele expressie zou zijn in een natuurlijke omgeving. Naast workshops voor architecten en kunstenaars werden er objecten en installaties in het park gebouwd en was er een theatrale treinreis met en rondom het treintje dat sinds de Floriade door het park rijdt.
Polaroid en adoptierapport bij View Adoption Plan 2 / performance en installatie met polaroidfoto en papier / De Garsthof, Tilburg / 1999
Een tweede View Adoption Plan is uitgevoerd als onderdeel van de manifestatie Live 2 in De Garsthof in Tilburg.
De Garsthof was een voormalig kloostercomplex, dat ten tijde van de manifestatie op de nominatie stond voor afbraak. Live 2 was een initiatief van kunstenaarsinitiatief de Verschijning uit Tilburg.
Uitvoering en onderdelen van View Adoption Plan 1 / performance en installatie met polaroidfoto en papier / De Garsthof, Tilburg / 1999
In de portiersloge van De Garsthof werd een tijdelijk Adoptiebureau gevestigd. Hier werden mensen uitgenodigd om deel te nemen aan het View Adoption Plan 2. Elk uitzicht of doorkijkje in een van de binnen- of buitenruimtes mocht worden gebruikt.
Plattegrond met uitzichten en adoptierapporten bij View Adoption Plan 2 / performance en installatie met polaroidfoto en papier / De Garsthof, Tilburg / 1999